beheerscht. De achterwand, waarlangs het vuur
strijkt, bestaat nog uit ruitvormige of rechthoekige
terracotta-steenen met reliefs. De motieven hiervan
worden ontleend aan bijbelsche- en mythologische
voorstellingen of vertoonen om het midden der eeuw
de karakteristieke wapens en wapenspreuken van
Karei V. In dienzelfden geest namen haardplaat en
vuurbokken de renaissance vormen aan.
C. HUISRAAD
i. VAST MEUBEL
Het bed blijft in het woonvertrek de voorname plaats
innemen. Het kleine burgerhuis heeft daarvoor in een
nis een bedstede, die vrij hoog geplaatst is, met het
oog op het daaronder aanbrengen van een „coets"
voor de kinderen. Bij het grootere huis is de bedstede
in de kamer uitgebouwd en vervaagt het verschil tus-
schen bedstede en ledikant. Hoewel bij dezen laatsten
naam aan een verplaatsbaar meubel gedacht wordt,
is het dit toch niet, daar het spijkervast aan vloer en
muur veelal bevestigd is. Het onderstel, niet meer
gelijk vroeger geheel bedekt door een sprei, begint nu
belangrijker te worden voor de meubelkunst. Om
streeks 1500 komen op de hoeken stijlen te staan, die
den getimmerden bedhemel dragen, zoodat deze niet
meer aan de zoldering bevestigd is. Op dezelfde wijze
als in de vorige periode hangen de zware gordijnen
van den bedhemel af, om overdag samengebonden
te worden. Aanvankelijk zijn de draagstijlen rond of
als kandelaber-motief bewerktmaar tegen het
54