Keuken, verdiepingen en zolder ondergaan geen ver
anderingen, noch de wijze waarop bij groote koop
manswoningen het achterhuis gebouwd is, hoewel dit
eerst algemeener wordt tegen het midden der 17e eeuw.
B. BINNENHUIS
Het middeleeuwsche gildewezen zet met onvermin
derde kracht zijn organieke macht voort. Zoo worden
te Amsterdam in 1524 de proeven vastgesteld, waar
aan meesters moeten voldoen in het gilde der „huys-
timmerlieden en kistemaickers". De eersten moeten
0.m. vervaardigen een„cruys kasyn ende veynster",
de laatsten een„half tienkant tresoor". Waar bij ons
meer en meer een scheuring en ten slotte een breuk
met de Kerk komt, verliezen de gilden hun godsdien
stig karakter vroeger dan elders. Als gevolg daarvan
zullen sommige ambachten, gelijk dat der beeldsnij
ders die eertijds door de kerkelijke opdrachten een
goed bestaan hadden, nu deze vervallen, de bakens
moeten verzetten.
Zijn in de Middeleeuwen de kistemakers tevens de
houtsnijders der versieringen, zoo worden zij in de
16e eeuw, wanneer de figurale voorstellingen daarin
sterker gaan spreken, de concurrenten der beeldhou
wers. Dit klemt des te meer, nu de laatsten zich juist
werpen op deze versieringen naar „den antycke", en
zich weldra „antycksnijders" zullen noemen. Hier
door ontstaat menig geschil, te meer, daar zij veelal
40
1. AMBACHT