Wijnhuis te Zutfen (afb. 55), 1615-1641, in
hoofdzaak naar het schijnt een werk van den
stadsmetselaar Edmond Hellenraet, althans
wat den bovenbouw aangaat. De houten top-
geledingen zijn in 1920 verbrand, maar weer
in de oude gedaante hernieuwd. De toren is
ongetwijfeld een sieraad van Zutfen en door
zijn uitermate gunstige ligging van een be
langrijke werking, maar staat in artistieke ver
diensten een heel eind ten achter bij de zoo
even genoemde. De onderbouw met zijn ge
drongen pilasters en lijsten groeit niet omhoog.
Een contrast daarmee vormt de rijzige boven
bouw: eerst een steenen achtkant met over-
slanke vrijstaande zuilen, gevolgd door een
blind en een open achtkant, alles een beetje
tam, zonder harmonisch verband. Welk een
verschil met De Keysers ZuidertorenBij zulk
een vergelijking beseft men eerst diens groote
talent en compositievermogen.
Nog minder is de toren, die Arent van
's-Gravesande, anders een architect van veel
talent en smaak, in 1648-1650 tegen de 11 jaar
tevoren voltooide kerk te Maassluis bouwde.
Een hooge zeer sober gehouden baksteenen
romp, gedeeltelijk begeleid door steunbeeren,
draagt een bijzonder tammen houten boven
bouw, beginnend met een blinden kubus
waarop de wijzerplaten zijn aangebracht. Het
is wel de moeite waard op te merken dat men
zich in dezen tijd een aanzienlijken toren vol-
98