door gebogen frontons. Dan volgt, op een onderstuk met vier losse wijzerplaten het eenige open achtkant, tegelijk elegant en stevig van vorm, gedekt door een hol dak waarop een opengewerkte bal, die op oude afbeeldingen dicht is weergegeven. Welk een verschil met een laatgothischen houten torentop. Ook een vergelijking met de beide torens van 1606 is leerzaam. De „houding" van den bovenbouw is veel zelfbewuster, zijn houten samenstelling spreekt veel minder sterk dan bij gene, het monumentale treedt in alles naar voren op de gelukkigste wijze. De toren van de Westerkerk werd in 1622 be gonnen naar ontwerp van Hendrick de Keyser, die intusschen het jaar tevoren was overleden. De opzet vertoont veel overeen komst met den Zuiderkerkstoren. Ook hier bestaat de benedenhelft uit een 'baksteenen romp, nu echter veel strakker en vlakker. Ook hier volgt dan een zandsteenen tusschen- geleding met zuilen op de hoeken, maar niet meer vrijstaand. Volgens het in prent be waarde ontwerp van Hendrick de Keyser zou daarop een houten bovenbouw verrijzen van twee onregelmatig-achtzijdige verdiepingen: de overhoeksche zijden smaller dan de overige, en op een hol dak zooals dat van den Munt toren zou een kolossale keizerskroon het eind vormen. De plannen voor den bovenbouw werden echter na 1630 gewijzigd: de beide 95

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1941 | | pagina 95