gevel beheerschte. Wij hebben indertijd al eens uiteengezet dat deze torenbekroning ondanks een aantal fraaie details, toch niet bijzonder goed gecomponeerd was. De ver moedelijke oorzaak daarvan is ons sindsdien geblekenop last van den magistraat moesten de stadtimmerman Jorys Andriesz. en zijn zooeven al genoemde ambtsvoorganger Pieter Anthonisz. uit drie reeds door hen gemaakte ontwerpen één nieuw concipieeren met twee transen. Bouwde Leiden een nieuwen top op zijn stadhuistoren, Vere voorzag zijn prachtige gothische stadhuis, dat in 1477 was voltooid, in de jaren 1591-1599 van een geheel nieuwen toren naar ontwerp van den stadsmetselaar Adriaan de Muer, een Bruggenaar van ge boorte. Buitengewoon elegant en zuiver van verhoudingen is de houten bekroning van dit ranke bouwwerk, eenvoudig en overzichtelijk van samenstelling, onmiskenbaar Vlaamsch met zijn breeden omgang en de forsche peer. Nogal origineel, maar overigens vrij verward van vormen is de bekroning, die de Leidsche timmerman Pieter van der Speek in 1604 op den forschen baksteenen toren der St. Stevens- kerk te Nijmegen bouwde. In zijn gedrongen heid doet hij het tenslotte toch niet slecht en verleent hij den toren onmiskenbaar iets eigens. Wij zijn hiermee al in de 17de eeuw geraakt. Een tijdvak van overgang, waarin geen groote 90

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1941 | | pagina 90