reeks houten torentoppen, waarvan wij er enkele willen noemen. In 1588 maakte de Leidsche stadstimmerman Pieter Anthonisz. voor een vestingtoren een bijzonder sierlijke en slanke houten bekroning, die echter niet op de plaats van zijn bestemming geraakte, en, na eenige jaren opgeborgen te zijn geweest, in 1593 op den toren der Saaihal, eertijds kapel van het St. Jacobsgasthuis werd opgericht. Monnikendam kreeg in 1591 zijn uitermate schilderachtigen top op den laatgothischen „Speeltoren". Fraaier van compositie is de rijzige houten toren van het bekoorlijke, in 1591 begonnen stadhuis van Franeker. Hier kan men eerst met eenig recht van renaissance- architectuur spreken, en de toren viel dan ook zoo in den smaak, dat hij, vermoedelijk enkele tientallen jaren later nog wel, werd nagevolgd op den stadhuistoren van Dantzig. De boven bouw van den Waagtoren in Alkmaar, die in 1599 gereed kwam, is een besnoeide en vrij tamme navolging van den Oudekerkstoren van Amsterdam. Nadat Leiden zijn stadhuis naar ontwerp van Lieven de Key zoojuist had laten moderni- seeren, besloot de magistraat in 1599 ook den ouden middeleeuwschen toren van een moder nen bovenbouw te voorzien. Het monument zooals wij dat voor den vreeselijken brand van 1929 hebben gekend, kreeg daardoor een aan zienlijke hoogte, waardoor het inderdaad den 89

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1941 | | pagina 89