houten bovenbouw naar ontwerp van Jacob of
Joost Bilhamer (afb. 52). Merkwaardig is het
verschil met den kruistoren van St. Bavo te
Haarlem (afb. 34), die een 45 jaren ouder
isdaar een opeenstapeling van vier ge
ledingen, die met hun hoekbeeren sterk aan
steenarchitectuur herinneren, te Amsterdam
veel meer een echt houten bouwwerk met
rechte of gewelfde dakvlakken. Positieve
renaissancevormen als de frontons van de zeer
gelukkig aangebrachte wijzerplaten en op het
eerste open achtkant alsmede de obelisken, een
vertaling van de gothische fialen, zijn in het
geheel gezien niet van overgroote beteekenis.
Toch speurt men een veranderde gesteldheid
in de behandeling van het in den grond
gothische gegeven. Een renaissancetoren is
het nog niet, maar ook geen zuiver gothisch
werk. Inderdaad, de Oudekerkstoren is een
mijlpaal in de ontwikkeling, omdat hier het
reeds traditioneele bouwelement, dat de
luchtige houten torenbekroning was, met
vaste hand in voor dien tijd modernen zin
wordt uitgewerkt. De bovenbouw van den
Oudekerkstoren is, om een zonderlinge beeld
spraak te gebruiken, de grondslag, waarop de
architectuur van de eerstvolgende halve
eeuw kan doorwerken alvorens het heele
genus voorgoed uit den tijd raakt.
Na een korte tusschenpoos tijdens het begin
van den 80-jarigen oorlog volgt een heele
88