van de voormalige Groote Kerk te Hoorn en
de bovenbouw van den Nieuwen Toren te
Leeuwarden, alle uit het begin van de 16de
eeuw. Hoogst bekoorlijk zijn verder de houten
toppen van den toren der Gasthuiskerk te
Zaltbommel en die van de stadhuistorens van
Kampen en Heusden, alle nog in zuiver laat-
gothische vormen, hoewel de laatstgenoemde
eerst van 1588 moet dagteekenen. Op dit
genre, den eenigen vorm, waarin de toren
bouw in de woelige jaren van de gevorderde
16de eeuw nog wordt beoefend, vindt de
nieuwe stijl al dra een geregelde, hoewel nog
heel bescheiden toepassing.
Renaissancevormen komen het vroegst voor
aan den top van den Stadhuistoren van Zie-
rikzee, die in 1555 voltooid zal zijn geweest,
maar welks détails in den loop der tijden bij
verschillende herstellingen niet ongewijzigd
zijn gebleven. Typisch Vlaamsch is de vrij
sterk overgebouwde balustrade van het hoofd
achtkant. De omvangrijke „appel", die weer
een topverdieping draagt, herinnert aan de
„appels" van Delft en Bredadergelijke
avontuurlijke vormen zullen al spoedig ouder-
wetsch worden, althans in ons land, waar
men, bij allen vormenrijkdom, toch streeft
naar evenwichtigheid en harmonie.
Kort daarna, in 1565, kreeg de zoojuist met
een steenen geleding verhoogde toren van de
Oude Kerk te Amsterdam een majestueuzen
87