pas geeft, ook in de toekomst zulk een durf
betoonen
De toren van IJsselstein bleef in de 16de eeuw
een eenzame figuur en maakte geen school.
Tegen het midden van de eeuw was het ge
daan met het bouwen van groote torens en een
herleving op eenigszins belangrijke schaal
volgt eerst in de 17de eeuw. Een overbrugging
vormen alleen verschillende, vaak vrij om
vangrijke houten bovenbouwen op reeds be
staande torens en de houten daktorens op het
kruis of boven den Westgevel van kerken, die
geen monumentale steenen torens meer
zouden krijgen.
Hiermee wordt voortgebouwd op een genre,
dat al sinds het eind van de 15de eeuw tot
ontwikkeling was gekomen, nu tot verdere
ontplooiing raakt en van groote beteekenis
wordt voor onze vaderlandsche architectuur.
Wij hebben al terloops gesproken over de
eigenaardige decoratieve toppen op de groote
torens van Delft (1495), Breda en Renen,
over de wonderlijke houten lantaarn op den
St. Pancrastoren van Enkhuizen, den majes-
tueuzen houten kruistoren van St. Bavo te
Haarlem en de kleinere houten kruistorens
van Oosthuizen en de Oosterkerk te Hoorn.
Andere zijn, meest door brand, verloren ge
gaan, zooals de reusachtige top op de steenen
kruislantaarn van St. Jan te 's-Hertogenbosch
(1523-1526), de houten toren op de Westzijde
86