den (afb. 50), eenig overblijfsel van de
St. Vituskerk in de buurt Oldenhove. Behalve
dat hij in Leeuwarden staat, is er niets Friesch
aan dezen toren, hij is zuiver import. Dat wil
niet zeggen, dat wij hem in Leeuwarden
zouden kunnen missen: sinds 1884, toen de
slanke Nieuwe Toren van omstreeks 1540
met zijn houten lantaarn als die van Enk
huizen werd gesloopt, bezit de stad geen
anderen ouden toren dan den „Oldenhove",
die een kenmerk van het stadssilhouet is.
De bouw werd begonnen in 1529 onder leiding
van meester Jacob van Aken. Terwijl men
bezig was, openbaarde zich de verzakking al,
die men poogde te corrigeeren door steeds
weer te lood te werken, gelijk een halve eeuw
vroeger bij den toren van Gorkum. De bouw
meester stierf en werd opgevolgd door Cor-
nelis Frederiks, maar ook die kon de begonnen
onderneming niet tot een einde brengen, en
in 1533 werd de bouw gestaakt. Het karakter
van den onvoltooiden Oldenhove meenen wij
niet beter te kunnen omschrijven dan door
hem een laatsten eclecticistischen uitlooper
van de „middengroep" te noemen. In som
mige details is Zuidnederlandsche invloed te
bespeuren. De grootsche opzet maakt het
waarschijnlijk, dat een achtzijdige lantaarn in
de bedoeling heeft gelegen, die tot het einde
van de Gothiek te onzent het ideaal van allen
monumentalen torenbouw bleef.
78