Dwingelo (blz. 91), Oosterhesselen (afb. 41)
en Havelte. Intusschen komt in Drente ook het
drienissensysteem voor bij den kloeken toren
van Sleen en dien van Meppel. Twente bezit
enkele zeer zware torens die geheel van Bent-
heimersteen zijn opgetrokken, vlak, zonder
steunbeeren en met één nis in elk gevelvlak,
namelijk de torens van Delden en Tubbergen,
die uit de 16de eeuw dagteekenen maar on
voltooid zijn gebleven. Slanker en van een
hooge spits voorzien is de eveneens Bent-
heimersteenen toren van Haaksbergen, ver
want is ook de toren van Winterswijk.
Verder hebben de torens van het „hoofdtype"
in Overijsel en Gelderland meest twee of drie
nissen in elk gevelvlak. Vele daarvan zijn ge
heel van baksteen, andere van tufsteen,
verscheiden ook van beide materialen door
een. Een indrukwekkend voorbeeld in zeer
strakke uitvoering, evenals de bijbehoorende
kerk, is de Lieve-Vrouwetoren van Zwolle,
die in hoofdzaak uit de tweede helft van de
15de eeuw dateert, en tegen het midden van
de 16de eeuw werd verhoogd met een flinke
achtzijdige lantaarn van baksteen met banden
van natuursteen. Nauw verwant hiermee is de
hoofdzakelijk baksteenen toren van het nabij
gelegen Hasselt, wat minder stug de onvoltooi
de toren van Dalfsen, die vrijwel geheel met
tufsteen is bekleed. Een evenknie van den
Zwolschen toren is die van de Groote of
73