zijn echter geenszins zeldzaam en wisselen af
met die van evengenoemd soort. Voorbeelden
van het eerste stadium met nissen zijn de
torens van Herpen, Esch (afb. 36), Oostel-
beers, Stiphout, Rosmalen, Steensel, Kuik, de
laatste met een soort blinde balustrade als af
sluiting van den romp.
In het tweede stadium zijn de torens van
steunbeeren voorzien, nu eens overhoeks ge
plaatst, dan weer haaks. Ook dit is een Noord-
bra'bantsche eigenaardigheid, dat overhoek-
sche en haaksche steunbeeren dooreen worden
toegepast zonder dat een duidelijke voorkeur
voor het een of het ander schijnt te bestaan.
Het decoratiesysteem der gevels blijft het
zelfde als bij het eerste stadium. De forsche
toren van Wouw die over nagenoeg het heele
oppervlak der gevels met lisenen en boog-
friezen is bedekt, levert een duidelijk bewijs
voor de gehechtheid aan romaansche tradities.
Betrekkelijk eenvoudige torens van dit stadium
zijn die van Bladel, Dongen, Giessen-Oudkerk
(in Zuidholland), Duizel, Heivoort, Hooge-
loon, Luiksgestel, Vessem, Waalre, Middel-
beerswat rijker met bescheiden gebruik van
natuursteen voor de bogen der nissen zijn die
van Breugel en Berchem, de laatste voorzien
van aardige balustraden op de dorpels der
galmgaten. De kloeke toren van Geffen (afb.
37) heeft nog een verrijking, die school zal
makende beide rondboognissen in de boven-
67