in volle ontwikkeling, en de rijkste en meest monumentale voortbrengselen dagteekenen uit het begin en het midden van de i'Sde eeuw. In de ontwikkeling kan men drie stadia onder scheiden, waarmee echter niet gezegd wil zijn, dat vertegenwoordigers der verschillende stadia ook chronologisch tot verschillende tijd perken behooren. Torens van het eerste ont wikkelingsstadium, ofschoon zelden precies dateerbaar, komen zeker nog diep in de 16de eeuw voor. In het eerste stadium hebben de torens nog geen steunbeeren. Door smalle lijsten zijn de geledingen, meest drie in aantal, gescheiden. In sommige gevallen, als te Schijndel en St. Oedenrode, zijn de muren geheel vlak, zonder een versiering met nissen. De bovenste ge leding heeft nagenoeg steeds twee galmgaten, enkelvoudig of, volgens romaansche traditie, gekoppeld. In tegenstelling met vrijwel alle andere gewesten van ons land blijft Noord brabant altijd een sterke voorkeur toonen voor een even aantal galmgaten in eiken gevel. De romp wordt meestal afgesloten door een boog- fries en gedekt door een hooge achtzijdige spits die met breeden schoot vierkant uitloopt. Wanneer er nissen zijn toegepast, wordt elke nis vaak afgesloten door een rij van twee of meer boogjes, zoodat men sterk herinnerd wordt aan het romaansche systeem van lisenen en rondboogfriezen. Gewone spitsboognissen 06

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1941 | | pagina 66