grondig te vernieuwen. De fraaie gewelfde bekapping met peer, die den toren tot den brand van 1940 dekte, was evenwel een toe voeging van 1560. Vermoedelijk was de oor spronkelijke opzet den toren geheel in steenen siervormen te laten uitloopen, zooals de „koer- toren" op den hoek van het gebouw. Hierop wijzen ook de kleine „druipers" onder de hoeken van de kroonlijst. Intusschen, de spits van 1560 maakte een bijzonder goed effect, wellicht een beter effect dan een bekroning volgens de ontwerpen der Keldermans zelf zou hebben gemaakt. Zeer bescheiden naast die van Sluis en Mid delburg is het aardige zeskante torentje van witte steen met open balustrade en spits op het stadhuis van Tolen uit de tweede helft der 15de eeuw. De stadhuistoren van Hulst is helaas ernstig verminkt, doordat de laat- gothische lantaarn op den slanken en vlak- gehouden romp in het begin van de vorige eeuw is vervangen door een van vrij lomp model. Ook de zware toren van het Goessche stadhuis heeft zijn oorspronkelijke gedaante sterk zien wijzigen, in dit geval in de 18de eeuw. De stadhuistorens van Zierikzee en Vere behooren tot de generatie der renaissance. Het voormalige graafschap Holland vertoont in de kleine en middelbare torens veel minder een gesloten eenheid dan Zeeland. In het Noordelijk deel, ongeveer samen vallend met 61

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1941 | | pagina 61