sche dorpstorens is ongetwijfeld die van West-
kapelle op Walcheren, nu als vuurtoren in
gebruik. De oplossing der muurvlakken door
slanke nissen is hier bij uitzondering zeer ver
doorgevoerd, waardoor hij wel wat weg heeft
van den bekenden toren der Lieve Vrouwe-
kerk te Brugge. Vlak zijn daarentegen weer de
gevels van den zeer hoogen toren van Tolen,
welks bovenste geleding een toevoeging van
omstreeks 1500 is. Een omgang met natuur-
steenen balustrade aan den voet van deze
topgeleding geeft het overigens wat stroeve
monument een tikje verfijning. Bepaald ele
gant is de toren van Kloetinge even ten Oosten
van Goes, die evenals die van Tolen een om
gang met open balustrade aan den voet der
klokkeverdieping heeft, en wiens spits eindigt
in een peervorm. Terwijl nagenoeg alle
Zeeuwsche torens haaks geplaatste steunbeeren
hebben, zijn die van Kloetinge overhoeks. Bij
een toren als die van Ouwerkerk op Duive-
land zijn de overhoeksche steunbeeren ver
moedelijk te verklaren uit invloed van
Noordbrabant. Verscheiden torens, die tot het
hier geschetste type behooren, zijn in verloop
van tijd verdwenen, onvoltooid gebleven of
sterk verminkt.
Intusschen vertoont Zeeland met Vlaanderen
vaak een voorkeur voor veelhoekige vormen,
getuige de achtzijdige klokkeverdieping van
den toren van het verdwenen Koudekerke aan
59