mag misschien worden gezegd, dat de torens
in hun onvoltooiden staat ons meer voldoen,
dan zij zouden hebben gedaan indien deze
reusachtige ondernemingen tot een goed
einde waren gekomen. Tenslotte is ook een
beroemde toren gelijk die van Onze-Lieve-
Vrouwe te Antwerpen als geheel niet zeer
bevredigend: een groote overtuigende vorm
ontbreekt, en een groote overtuigende vorm is
ook niet te bespeuren in de bewaard gebleven
ontwerpen voor Mechelen, Bergen-in-Hene-
gouwen, Zierikzee en Alkmaar. Het schijnt,
dat de ontwerpers eigenlijk niet goed een eind
aan hun torens wisten te maken; het ge
dwongen eind heeft een bekoring juist in zijn
abruptheid.
Wat in het algemeen de groote torens van de
Westelijke groep het meest onderscheidt van
die der „Utrechtsche school" is, dat hun vier
kante romp volstrekt niet in twee duidelijk
afgeteekende geledingen is verdeeld, en dat
de vierkante geledingen, meest drie in aantal,
ook wel meer, sterk aaneengebonden worden
door haaks of overhoeks geplaatste steun-
beeren. Of zij in het algemeen ontworpen
werden met een achtzijdige lantaarn is niet
met zekerheid te zeggen, daar de meeste on
voltooid bleven. Van een der oudste, den al
eerder genoemden zwaren stomp van de Groote
of St. Geertruidskerk te Bergen op Zoom (afb.
15), is het zeer de vraag of men aan een lan-
5i