benedendeel en een met nissen versierd rijziger bovendeel. Een omgang met balustrade om sluit de betrekkelijk korte spitsen. Behalve de vrij sobere torens van Soest, Eemnes-buiten en Nieuw Loosdrecht vertoonen zij een nadruk kelijke scheiding van de beide hoofdgeledin gen doordat de tweede een weinig terugspringt binnen een middenomgang met balustrade. Alleen in Houten is die middenomgang ver vangen door een triforiumachtige reeks nisjes. De eenvoudigste dezer torens hebben in het geheel geen steunbeeren, andere als die van Amerongen en Loenen alleen maar heel smalle overhoeksche tegen de tweede geleding, in Houten gaan zij echter al van den grond op en de beide Waterlandsche torens hebben vrij breede maar niet sterk uitspringende haaks geplaatste beeren. Vaak treft een levendige behandeling met natuursteen speklagen en metselmozaiek. In Loenen en Monnikendam zijn de oorspronkelijke balustraden vervangen door latere in renaissancevormen. Hoewel geen achtkante lantaarn aanwezig is, treffen eenige van deze torens, vooral die van Loenen en Amerongen, doordat zij in hun heele houding, die van groote fijnheid en gevoeligheid is, on willekeurig aan den Domtoren van Utrecht herinneren. Alle dagteekenen uit het laatst van de 15de of de eerste helft van de i'öde eeuw. Van den toren van Eemnes-buiten is bekend, dat hij in 1521 werd gebouwd, van die van 47

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1941 | | pagina 47