koepelvormig dak, dat weer bekroond wordt door een luchtig houten, met lood bekleed topkoepeltje. Na den brand, die den toren in 1897 teisterde, heeft men deze hoogst eigen aardige en inderdaad zeer fraaie bekroning niet ongewijzigd herbouwd: de klokvormige koepel is veel volumineuzer en hooger gewor den, en de topverdieping is te „mooi" en te mager geworden. Het is zeer te betreuren, dat men heeft gemeend bij de kostbare, thans onderhanden zijnde restauratie de bekroning van 1897 te moeten handhaven inplaats van den oorspronkelijken vorm te herstellen. Onzeker is, hoe de afdekking van den zooeven genoemden Amersfoortschen toren oor spronkelijk was gedacht. De doorluchtige top, die deze nu heeft, en welke na een brand in 1651 werd aangebracht, had al drie voor gangers, die door brand en storm te gronde gingen. Het zou ons intusschen niet verwon deren, wanneer men ook daar al van den beginne een rijker vorm had ontworpen dan een simpele spits zooals die van den Domtoren van Utrecht. De torens van Amersfoort en Renen behooren tot de allermooiste van ons land, en zij zijn ook kenmerkend Noord-Nederlandsch. De Amersfoortsche vertoont zulk een overtuigende eenheid in zijn geheele architectuur, dat men wel moet aannemen, dat hij vrijwel volledig naar één oorspronkelijk ontwerp tot stand 44

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1941 | | pagina 44