tijd, al is het niet zoo heel groot, blijkt duide lijk uit de architectonische behandeling. Wat in Amersfoort elegant was, neigt in Renen naar het weeke en oververfijnde. De onderste geleding, die zelf weer in twee deelen uiteen valt, is zeer druk behandeld met banden van natuursteen en diepe schaduwrijke nissen met geheel vrijstaande traceeringen. De steun- beeren, hier in tegenstelling met Amersfoort overhoeks geplaatst, zijn betrekkelijk licht en hebben kennelijk geen enkel ander doel dan verhooging der elegantie. Boven den eersten omgang is het uitwendige geheel in natuur steen uitgevoerd. Ter voorbereiding van de achtkante lantaarn zijn de hoeken van de middengeleding grootendeels losgemaakt van de kern, hetgeen, wanneer men den toren over hoeks ziet, het silhouet zeer ten goede komt. Er is dus bewust naar gestreefd de verschil lende geledingen tot een eenheid te verbinden, en, wat men zou kunnen noemen de fouten van den Utrechtschen Domtoren, die zich zuiver overhoeks gezien nu eenmaal niet op zijn voordeeligst voordoet, te corrigeeren op een bijzonder vernuftige en verfijnde manier. Intusschen, ook hier was de oplossing al voor bereid aan den Domtoren, waar de hoeken van de eerste geleding gedeeltelijk losstaan van de kerk. Buitengewoon belangrijk is de afdekking van de lantaarn te Reneneen korte „opzet" binnen de balustrade draagt een 43

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1941 | | pagina 43