HOOFDSTUK IV
DE LATE GOTHIEK
W anneer wij zoo langzamerhand volop in
de 15de eeuw zijn gekomen, wordt het aantal
torens steeds grooter, en kunnen wij gevoeglijk
vier groepen onderscheideneen midden
groep, waarop de Domtoren van grooten in
vloed 'blijft, een Westelijke groep, waarin de
late Zuidbrabantsche Gothiek der Kelder
mans uit Mechelen zich doet gelden, een
speciaal Noordbrabantsche en een min of
meer hybridische Oostelijke groep.
a. De Middengroep
Tot het nageslacht van den Utrechtschen
Domtoren behooren in de eerste plaats de
onvolprezen majestueuze torens van de afge
broken Onze Lieve Vrouwekerk te Amers
foort (afb. 18) en die van de Cunerakerk te
Renen (afb. 19). De hoofdopzet is gelijk aan
dien van den Domtoren: twee vierkante ge
ledingen, waarvan de tweede terugspringt, en
dan een rijzige achtkante lantaarn, terwijl de
beide omgangen nadrukkelijk worden gemar
keerd door natuursteenen balustradess. In-
tusschen, belangrijke verschillen zijn er ook.
Een van de voornaamste is de toepassing van
steunbeeren, die de vierkante geledingen op
elegante wijze ineen doen vloeien. Vooral bij
41