een lantaarn volgens het Utrechtsche recept in den zin had, is niet zeker, maar na een korte pauze verrees deze in ieder geval om trent het midden van de 15de eeuw. Het ver- waarloozen van het steunbeerelement, dat in aanleg aanwezig was en bij de groote torens van de Zuidelijke Nederlanden regelmatig voorkomt, en ook het sterk accentueeren van de middennis met galmgaten in de bovenhelft van den romp, schijnen zonder invloed van den Utrechtschen Domtoren moeilijk ver klaarbaar. Bij een beschouwing van den St. Janstoren mag men overigens niet vergeten, dat het „opzetje" met topgeveltjes, dat de eigenlijke lantaarn bekroont, een willekeurige toevoeging is uit de vorige eeuw. Voordien was de gelijkenis met het Utrechtsche voor beeld nog duidelijker. In zijn détailbehande ling is de Maastrichtsche toren echter zelf standig en behoort hij geheel thuis in de groep der overige Maastrichtsche kerken van de ontwikkelde Gothiek. Onmiskenbaar is ook de invloed van den Domtoren te bespeuren aan den toren van de Buurkerk te Utrecht, welks achtzijdige lan taarn echter evenals te Dordrecht nooit werd voltooid. De forsche, zeer sober behandelde baksteenen romp rijst hoekig en stroef zonder steunbeeren omhoog, zooals ook later veelvul dig het geval zal zijn bij de torens van het midden en Oosten des lands. De bouw werd 38

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1941 | | pagina 38