bekleeding van witte kalksteen (Gobertange)
en zijn twee nissen in elke geleding al een zeer
sterk Zuid-Nederlandsch karakter. Het begin
van zijn bouw is niet bekend, maar moet op
het eind van de 14de of de eerste jaren van de
15 de eeuw gesteld worden. Ook deze toren
bleef onvoltooid; hij kreeg een noodbekap-
ping, die wel niet bijzonder sierlijk maar toch
karakteristiek was. Bij het bombardement der
stad door de Fransche troepen in 1747 werd de
kerk gedeeltelijk verwoest en brandde de
toren volkomen uit. Bij de hierop volgende
herstellingen poogde men den toren wat
rijziger te maken door er een houten koepel
met topkoepeltje op te zetten, maar de tijd
was niet bijzonder gunstig voor de uitvoering
van dergelijke goed bedoelde plannen, en de
nieuwe kap werd lomp van vorm en sloot
slecht aan bij den romp.
In min of meer los verband met de vorige
staat de toren der St. Janskerk te Maastricht
(afb. 17), welks zeer sobere onderbouw ver
moedelijk uit de eerste helft van de 14de eeuw
dagteekent, en nog afkomstig schijnt te zijn
van een toren, die in 1373 instortte. Al vrij
gauw daarna zal men met den herbouw in
modernere vormen zijn begonnen: het vier
kante gedeelte werd uitwendig in rijke vormen
opgehaald, waarbij de trouwens niet heel
zware steunbeeren boven den eersten omgang
vrijwel geheel vervluchtigden. Of men toen al
37