schijnt men bevreesd te zijn geweest, dat de
toren dit gewicht niet zou kunnen dragen.
Eerst in 1494 nam men den bouw van een
tweede, nu doorluchtig opgevat achtkant ter
hand. Alles ging nu vlot, spoedig was het
metselwerk klaar en daarop werd de spits
aangebracht, die eindigde in een reusachtigen
„appel", waarop een topverdieping van hout.
Deze spits was al in 1496 gereed, maar ver
brandde in 1536, waarop een eenvoudiger
spits met acht dakkapellen werd aangebracht,
die op zijn beurt in 1872 verbrandde. Hierop
kwam de huidige spits tot stand, die te hoog is
en een zeer ongelukkig effect maakt. Het
is duidelijk, dat men van 1396 tot 1496 niet
steeds naar het oorspronkelijke plan door
bouwde, en de toren, hoe kloek en rijzig hij
moge zijn, welk een treffenden indruk hij op
de Groote Markt recht tegenover het stadhuis
moge maken, munt niet uit door een harmo
nische samenstelling. Hoe men zich oor
spronkelijk den bovenbouw had gedacht is
bezwaarlijk na te gaan; het aantal voltooide
torens uit dien tijd is uitermate gering, en
onder zijn naaste verwanten kennen wij er
geen. Het is zelfs volkomen onzeker, of van
den aanvang een achtkante lantaarn in de be
doeling heeft gelegen a 1'instar van den Dom
toren.
De toren van de Groote Kerk te Bergen-op-
Zoom (afb. 15) vertoont met zijn volledige
36