van Noordwijk-binnen gekenmerkt door een mengeling van Gothische en Romaansche vormen. Eigenaardig is zijn rechthoekige plattegrond met ingangen in de korte Noord en Zuidzijden en zijn wonderlijke afdekking met een afgewolfd zadeldak tusschen twee geknotte geveltoppen. De toren van St. Bavo in Aardenburg behoort met zijn onderbouw tot de i3de-eeuwsche kerk; zijn slanke boven bouw, die veel van verweering heeft geleden, dagteekent uit de eerste helft der 14de eeuw en is versierd met spitsboognissen, waarvan de middenste met natuursteen kolonnetjes en profielen zijn omlijst. De toren van Vlissingen is een vrij sober voorbeeld van een middel- grooten Vlaamschen baksteenen toren, die door zijn lateren houten bovenbouw een heel ander dan zijn oorspronkelijk karakter heeft ge kregen. Tenslotte dienen wij in deze groep nog te noemen den achtkanten toren op het kruis van de St. Willebrorduskerk te Hulst, over blijfsel van een i4de-eeuwsche kerk die bij de verbouwing en vergrooting in de 15de en 16de eeuw vrijwel geheel is verdwenen. Dergelijke kruistorens komen bij tientallen voor op vroeggothische Vlaamsche kerken. In later tijd is de toren van Hulst van een renais sance bovenbouw voorzien, die in de vorige eeuw door een in laatgothische vormen is ver vangen. In het algemeen zijn de dorpstorens van de 32

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1941 | | pagina 32