van Utrecht, de St. Walburgstoren van Zut- fen (afb. 8) wat zijn middengeledingen aan gaat en de toren der Bovenkerk te Kampen (eerste helft 14de eeuw, afb. 11). Alle vier zijn zij, althans uitwendig, geheel in natuur steen uitgevoerd. Voorts dient hierbij genoemd de geheel in baksteen opgetrokken toren der Nieuwstadskerk in Zutfen, uit de eerste helft of het midden van de 14de eeuw. De romaan- sche versieringsmotieven voor de gevels hebben afgedaan, en inplaats daarvan ver- toonen de gevels in elke geleding spitsboog nissen. Overeenkomstig Westfaalsche ge woonte is het aantal geledingen en daarmee ook het aantal nissen bij de torens van Zutfen en Oldenzaal vrij groot. Later zal men steeds de voorkeur geven aan minder en slankere geledingen. De galmgaten, die in den ro- maanschen tijd veelal midden in een door lisenen en boogfriezen omsloten vak plachten te worden aangebracht, vinden nu hun plaats in een der spitsboognissen. Steunbeeren komen niet voor (in Zutfen later toegevoegd) en de torens zijn zeer strak van omlijning. De voornaamste torens van het Westen en Zuidwesten des lands zijn in het algemeen echte stukken baksteenarchitectuur en ver- toonen sterke verwantschap met Vlaanderen. Tot deze groep rekenen wij den toren van de Oude Kerk in Delft (afb. 9), die van Oude water, Noordwijk-binnen, den toren der 30

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1941 | | pagina 30