HOOFDSTUK II
DE GOTHIEK TOT HET EINDE VAN DE
VEERTIENDE EEUW
~\I oor een overzichtelijke behandeling is het
wenschelijk het tijdperk der Gothiek in twee
deelen te splitsen, waarvan het eerste tot het
einde van de 14de eeuw loopt.
Wanneer wij de torens nagaan, die uit deze
eerste gothische periode dagteekenen, blijken
zij maar weinig in aantal te zijn en, met uit
zondering van een enkele, nl. den Domtoren
van Utrecht, ook niet van uitzonderlijk belang.
De torens maken trouwens in dit opzicht geen
uitzondering in het geheele aspect van onzen
monumentenschatvier vijfden van onze
gothische kerken, stadhuizen, versterkings-
werken en andere gebouwen dagteekent pas
uit de vijftiende of de eerste helft van de zes
tiende eeuw.
De Gothiek bracht een groote versobering in
het torenprogramma van de groote kerken,
zoowel in Frankrijk, het land van onstaan, als
in de andere landen waar deze bouwstijl in
gang vond. Wel vertoonen eenige van de
oudste Gothische kathedralen van Frankrijk,
zooals die van Laon, Chartres, Reims, nog een
rijken aanleg met torens terzijde van de
transeptgevels, maar op den duur beperkt
men zich tot een tweetal torens aan de West-
25
