een groot deel den bouw van de vele bijzonder
groote dorpskerken met bijbehoorende vaak
reusachtige torens moet hebben bevorderd ten
koste van de oude romaansche kerken. In de
beide provinciën Holland is een groot deel
van de oppervlakte eerst vrij laat door ontgin
ning van venen en door inpoldering bewoon
baar gemaakt, en treft men de romaansche
kerktorens dan ook vrijwel uitsluitend op de
geestgronden aan, zooals te Velzen (afb. 4)
en Wassenaar. Zoo weerspiegelt het aantal
romaansche torens in niet onbelangrijke mate
de geschiedenis van een streek.
De geijkte plaats van een romaanschen
dorpstoren is aan de Westzijde van de kerk.
Gewoonlijk vormde hij den ingang der kerk.
Verschillende echter zijn niet van een ingang
voorzien, zooals de zeer oude tufsteenen toren
van Wilsum tusschen Zwolle en Kampen, en
die van Doodewaard in de Betuwe en van
andere kan men onderstellen, dat de huidige
ingang eerst in later eeuwen is gemaakt. On
getwijfeld hebben de meeste dezer van buiten
niet toegankelijke torens een verdedigings
werk gevormd, en het bekende verhaal van
Jan van Schaffelaar, die zich terug trok in
den toren van Barneveld, illustreert deze
functie uitstekend. Zeldzaam zijn torens met
een overwelfde kapel op de verdieping. Bij de
restauratie van den toren van Enschede zijn
daar duidelijk overblijfselen van terugge-
18