twee verdwenen voorbeelden in de provincie Groningen aan te wijzen. De kerk van de abdij Bloemhof bij Wittewierum, die in 1238 werd begonnen onder leiding van den Keul- schen bouwmeester Everhard, zou volgens het niet geheel uitgevoerde ontwerp behalve een kruistoren, die met vensters boven de daken moest uitzien en ook van klokken zou worden voorzien, nog terzijde daarvan twee lichtere torens krijgen, verrijzend op twee zwaar gefundeerde kapellen. De abt Menko, die ons dit alles in zijn kroniek vertelt, voegt er nog aan toe, dat aan het Westelijk einde een groote toren voor de klokken der parochie was ontworpen. Het andere voorbeeld is de niet meer bestaande kerk van Midwolde in het Oldambt. Blijkens een afbeelding op een zegel bezat deze een forschen Westertoren en twee slanke torens in de hoeken van koor en dwars- schip. De invloed van het Rijnland is in beide gevallen duidelijk. Verder had de St. Lievens- monsterkerk te Zierikzee, die na een brand in 1832 werd afgebroken, twee kleine, vermoede lijk laatromaansche torens in de hoeken van dwarsschip en koor. Intusschen, meer dan één toren was een weelde, die in het algemeen voorbehouden bleef voor de groote abdij- en kapittelkerken en enkele voorname parochiekerken. De nor male parochiekerk had maar één toren, of in verscheidene gevallen heelemaal geen toren. 15

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1941 | | pagina 15