schentraveé vroeger van een galerij was voor
zien, die in de torens doorliep en bij de Klaas
kerk door die torens in verbinding stond met
de galerijen boven de zijbeuken. Van een
Westelijk koor kan men echter in deze beide
parochiekerken niet spreken, integendeel, de
Klaaskerk heeft een later gedichten romaan-
schen ingang tusschen de beide torens, en
wellicht had de Bergkerk zulks ook voor zij al
daar een laatgothischen ingang kreeg. Aange
zien de torens zeer opzichzelfstaand behandeld
zijn, is het misschien maar beter hier het
woord Westerblok in den zin van het Duitsche
„Westbau" niet eens te gebruiken. Min of
meer overeenkomstig schijnt het geval te zijn
geweest met de Utrechtsche kapittel- en abdij
kerken van St. Pieter, St. Jan, St. Salvator,
St. Marie, St. Paul, met St. Jan te Arnhem, en
de Hollandche abdijkerken van Egmond en
Rijnsburg, waar veeleer van een paar rijzige
fronttorens sprake is dan van een Westerblok
in optima forrna. Soms, misschien niet steeds,
bevond zich daar tusschen de torens een in
gang. Het Westerblok schijnt opgelost in een
paar fronttorens aan weerszijden van den
middenbeuk. Intusschen zou het gewaagd zijn
te beweren, dat het eenvoudig dubbelge-
torende kerkfront geheel ontstaan is uit het
„Westerblok"het kwam in zijn eenvoudigen
en klassiek geworden vorm al zeer vroeg en
veelvuldig in Frankrijk voor, en men moet
13