overige Westpartij, en kregen hun hoogen bovenbouw eerst bij de ingrijpende restauratie in de vorige eeuw onder Dr. P. J. H. Cuypers. De Oostpartij heeft ook sterke verticale accen ten met haar koepel boven het kruis en de beide slanke torens in de hoeken van het koor en dwarsschip, welke Oostelijke torens even eens hun bovenbouw danken aan de 19de eeuwsche restauratie. Zoo geeft deze kerk, in hoofdzaak een kenmerkend staal van den romaanschen stijl der Rijnprovincie in zijn laatste en rijkste periode, het volledigste voor beeld voor ons land van het streven naar evenwichtige verdeeling der hoogteaccenten over de beide einden der massa, welke opzet pas bij de restauratie geheel tot zijn recht is gekomen. Hoewel echte Westerblokken dan in ons land alleen in Limburg voorkomen, kan men veilig aannemen, dat er eertijds ook in de andere provinciën zijn geweest, zoo bij de Lebuinus- kerk te Deventer en den romaanschen Dom van Utrecht. In zekeren zin mag men trouwens zeggen, dat de Bergkerk te Deventer (afb. 3) en de „Klaaskerk" te Utrecht nog Westerblokken hebben, zij het ook min of meer verminkt. Bij deze laatste twee wordt de meest Westelijke traveé van het middenschip, die oorspronkelijk half zoo diep was als de overige, geflankeerd door romaansche torens. Het is nog duidelijk na te gaan, dat die tus- 12

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1941 | | pagina 12