keeren, en die ook uit de 2 de helft van de
12de eeuw dagteekenen. Zij vertegenwoor
digen het romaansche streven naar verdeeling
der verticale accenten over beide einden van
het gebouw. Trouwens, ook de Lieve-Vrouwe-
kerk heeft aan weerszijden van het Oostelijke
koor een stel laatromaansche torens, ge
drongen en niet sterk meesprekend in het
silhouet, een vervanging van een nog ouder
paar Oostelijke koortorens.
Een Westerblok dat zeer verwant is aan dat
van O L. Vrouwe te Maastricht wordt ge
vormd door het ondergedeelte van den toren
der vroegere abdijkerk van Torn, even ten
Westen van de Maas boven Roermond: een
vierkant opgaand bouwwerk, waarin een
krocht en daarboven het „dameskoor". Ook
hier aan Noord- en Zuidzijde ronde trap-
torens. Op dezen onderbouw verrijst thans
een neo-gothische toren. In dit geval nadert
het Westerblok een normalen Westelijken
toren; het meest karakteristieke verschil is,
dat hij inwendig als koorpartij is uitgewerkt
en dan ook geen buiteningang heeft.
Nog drie andere Limburgsche Westerblokken
dienen wij te noemen, namelijk die van de
voormalige abdijkerken van Rolduc, Susteren
en Roermond. In Rolduc correspondeeren een
middenruimte en twee zij ruimten nauwkeurig
met de indeeling van het basilikale schip,
evenals bij St. Servaas te Maastricht, maar
10