f
loopen en Oldeboorn in Friesland, als die van
Almelo in Twente met zijn open koepel op
steenen romp en de vrij luchtige bovenbouw
van den toren van Zevenbergen in Westelijk
Noordbrabant. De zucht om massaal en barok
te doen leidde in andere gevallen tot logheid
in de nog steeds herhaalde houten boven
bouwen, zooals te Bergen op Zoom en vooral
bij den zeer dorren toren van Vlaardingen,
typische vertegenwoordiger van het peperbus
model. Een ontwikkeling, die ononderbroken
van de vroege middeleeuwen is te volgen vond
zoo tegen het laatst van de 18de eeuw een
eerlijk einde, maar ook niet meer dan dat.
Als de 19de eeuw weer den torenbouw op
groote schaal opneemt in haar programma, is
het geen doorwerken meer op het onmiddellijk
voorafgaande, maar een bestudeerd terug
grijpen op het verleden. Onze rijke en veel
zijdige historische torenarchitectuur is dan
echter afgesloten.