niet tot een harmonisch geheel geworden. Hiermee is onze 17de eeuwsche torenbouw in hoofdzaak afgehandeld. Wel bouwde Pieter Post nog een slanken toren voor de kerk van Midden-Beemster en verrezen er hier en daar goede dorpstorens zooals te Burg op Schouwen, te Hazerswoude en Zegwaard, soms nagenoeg geheel Gothisch opgevat als de toren van Schermerhorn, maar van alge- meene beteekenis zijn deze niet en een nieuw type vormen zij evenmin. Ook de verdienste lijke Leidsche bouwmeester Willem van der Helm ontwierp een hoogen toren met nogal saaien houten bovenbouw voor de Waardkerk te Leiden (1663), maar deze kerk kwam niet verder dan de fundeeringen. Voorts kregen verschillende reeds bestaande torens houten bekroningen, waarvan wij den reeds vermel den St. Laurenstoren te Rotterdam, den St. Janstoren te Gouda, den St. Walburgs toren te Zutfen, de torens van Amersfoort en Breda willen aanstippen, terwijl nieuw ge bouwde stadhuizen en kerken van min of meer bescheiden daktorentjes werden voorzien. Sommige van die laatste, zonder bijzondere hoedanigheden te bezitten, maken een goed effect als de stadhuistoren van Bolsward en de wat gedrongen uitgevallen stadhuistoren van Maastricht door Pieter Post, een enkele als het torentje op het dak der Nieuwe Kerk in Den Haag munt uit door bijzondere ele- 101

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1941 | | pagina 101