bedeeld en bevatten ook vele de elementen, eigen aan
„stadsschoon" en „landschapsschoon", waarover zoo
straks meer.
Een natuurmonument is in de meeste gevallen niet
door menschenhanden gevormd, een natuurreservaat
als zoodanig zeker nietdaartegenover zijn oude
vestingen als Willemstad (afb. XVIII), Naarden
(afb. XIX), Hulst (afb. XX) en nog eenige„na-
tuurgeworden scheppingen van menschen" zooals
M. J. Brusse ze eens genoemd heeft.
Henry Havard, in „La Hollande pittoresque", teekent
als volgt den indruk dien de Doesburgsche liniën in
het landschap maken„Longtemps après qu'on a
franchi les portes de la ville, on voit encore se profiler
dans la campagne les redoutes gazonnées et les ouvra-
ges avancés, qui surveillent la route". Een dergelijke
beschrijving wekt herinneringen op aan de thans
verdwenen monumentale „stadswallen" en poorten,
waarover velen in de Kroniek van hun geboorteplaats
zullen hebben gelezen, en welke wellicht hun ouders
of grootouders uit eigen aanschouwing nog hebben
gekend. Al deze en soortgelijke verdedigingswerken
zijn, afhankelijk van hun ligging en omgeving, als
stad- of landschapsschoon te beschouwen. In vele
gevallen, o.a. te Doesburg vindt men er ook natuur
schoon.
Elementen van schoonheid bij oude Vestingwerken.
In hoofdzaak zijn dit de begroeiing en beplanting, het
relief met zijn schaduwwerking en het spiegelende
water, voorts de strakke lijnen en vlakken der aard
werken, die het oog rust geven. De statige boomen-
rijen, van oudsher op en langs vestingwallen geplant,
hooren er thuis, evenals de doornenhagen aan den
teen van het waltalud of op de bermen der grachten.
Hoe meer men de Natuur haar gang laat gaan, hoe
schooner het er wordtbeziet het oude (maar nog
77