w ie het heden wil begrijpen, moet het verleden kennen." VOORBERICHT Deze oude waarheid geldt niet alleen voor alle takken van wetenschap, maar tevens voor die menschelijke scheppingen, tot de Cultuurmonumenten te rekenen, wier bouw een ontwikkelingsgang vertoont, welke nochtans steeds op dezelfde grondbeginselen blijft be rusten. Slechts de vormen veranderen met de tijden, de algemeene regelen voor de constructie veranderden tot op heden niet. Tot die Nederlandsche Monumenten behooren, naast de scheppingen op het gebied der burgerlijke en kerke lijke bouwkunst en der waterbouwkunde, ook de historische vestingwerken. In de laatste 10 a 20 jaren eerst is men meer algemeen in ons land tot het besef gekomen, dat laatstgenoemde werken een plaats innemen onder de Nederlandsche Monumenten van Geschiedenis en Kunst en dat zij in veel gevallen bovendien tot de Natuurmonumenten gerekend mogen worden. Dat menige oude vesting een waardevol gedenkteeken uit onze historie vormt, zal wel niemand ontkennen. Dat de oude vestingwerken tevens producten zijn van den kunstzin onzer bouw- en wiskunstenaars, inge nieurs en landmeters uit vroegere eeuwen met wereld namen alsSIMON STEVIN, de geestelijke vader van de Oud-Nederlandsche en MENNO VAN COE- HOORN, de grondlegger der Nieuw-NederlandsChe vestingbouwkunst (om slechts de grootsten onder hen te noemen) zal dit deeltje van de Heemschutserie zijn lezers uiteenzetten. Dat vestingwallen en grachten, niet het minst door hun kunstige vormen, landschappelijke schoonheid en natuurschoon bieden, zal met eenige afbeeldingen worden toegelicht, maar kan slechts worden ervaren 5 ff

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1941 | | pagina 8