of mindere mate gedeeld door een groot aantal andere vestingenbijna alle met een roemrijk verleden Breda, Grave, Nijmegen, Arnhem, Zutphen, Deventer, Kampen, Groningen, Leeuwarden, Utrecht, 's-Her- togenbosch, Venlo, Roermond, Middelburg, Vlissingen, enz. Van het eeuwenoude Maastricht is naar verhouding nog maar weinig aan vestingwerken over, van het evenzoo beroemde Bergen op Zoom cén ravelijn. Wij noemen nu nog niet eens steden als Alkmaar, Haarlem en Leiden, welke door het energiek verzet harer burgerijen, achter en op de oude muren en primitieve wallen, de felste kracht der Spaansche legioenen hebben gebroken (zie Hoofdstuk II). Die muren en wallen zijn meestal reeds veel eerder gesloopt, of ver graven. Ook Amsterdam zag, omstreeks 1840, zijn vesting gordel, dien zwaren wal met 26 bolwerken, op radicale wijze opruimen. Eenige stadspoorten en gedeeltelijk verbouwde muurtorens zijn slechts over. De vraag rijst: was ook dit noodig? Dat de 20e eeuw een ander standpunt tegenover deze nationale monumenten inneemt, zullen wij in het volgende hoofdstuk beschrijven. B. De Oude Vestingwerken als natuurmonumenten. Naar aanleiding van dit opschrift doet zich onge twijfeld bij den lezer de vraag voor: „maar is ieder oud vestingwerk wel een „natuurmonument?" Zoo gesteld, houdt deze vraag een ontkenning is. Beter kan men vragen„Zijn er onder oude vestingwerken ook natuurmonumenten?" En dan luidt het antwoord: Ja- Echter, al zijn dan niet alle historische vestingwerken natuurmonumenten en zeer weinige slechts „natuur reservaten" toch zijn de meeste met „natuurschoon" 76

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1941 | | pagina 89