Met de beschrijving der krijgsbedrijven van Prins Maurits zouden boekdeelen gevuld kunnen worden, zegt Bosscha in zijn „Heldendaden". Dit is begrijpelijk als men weet dat de Prins in de 40 jaren van zijn stadhouderschap, behalve hetgeen hij in het open veld tegen den vijand ondernomen heeft, 38 steden en 45 forten of kasteelen vermeesterde, 5 steden en 10 for ten bij verrassing ingenomen en 12 vestingen ontzet heeft. Prins Frederik Hendrik draagt den eerenaam van „Stedendwinger" vooral wegens de talentvolle wijze, waarop hij o.m. 9 belangrijke steden innam en daar mede de Republiek der Vereenigde Nederlanden, die door Maurits was vrijgevochten, bevestigde en uit breidde. Het waren achtereenvolgensOldenzaal (1626), Grol (1627), s-Hertogenbosch (1629), Venlo Roermond en Maastricht (1632), Breda (1637), Sas van Gent (1644) en tenslotte Hulst (1645). Over deze wapenfeiten bestaat een uitgebreide literatuur in proza en poëzie, terwijl ook de schilder en penningkunst menige herinnering eraan bewaren. Grol's beleg werd door Hugo de Groot in statig latijn beschreven en door Franciscus van Schooten, „Pro fessor der Mathematische konsten tot Leijden, in 't leeger afgetekent". Bij 's-Hertogenbosch, Maastricht en Breda werd de aanvalswijze van den Stedendwinger in technische perfectie ten top gevoerdkilometers-lange contra- en circumvallatie-liniën, onderscheidenlijk tegen uitvallen uit de belegerde veste en pogingen tot ontzetkunstige aanvalswerken, tevens prestaties op waterbouwkundig gebied, die ten doel hadden, het water ten nadeele van den verdediger en in het voordeel van den belege raar te gebruiken. Bij het beleg van den Bosch, op zoo geslaagde wijze gepopulariseerd door de schoolplaat van W. C. Staring met tekst van J. W. de Jongh (uitgave van 55

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1941 | | pagina 66