poort, zie afb. XI) en vele vestingwerken in Zeeuwsch-Vlaan deren (waarvan hij in zijn laatste levensjaren gouverneur was) o.m. Hulst en Sas van Gent verbeterde. Oök de vesting Coevorden is om streeks 1700 door Coehoorn „in beter staet van defentie gebragt", zij het dan ook op veel eenvoudiger wijze dan volgens zijn vroegere ontwerpen. De vesting Naarden werd reeds in de jaren 1675 1685 geheel volgens de nieuwe begrippen verbouwd (afb. XII) met dezen bouw schijnt Coehoorn geen bemoeienis te hebben gehad. D. Overgang naar nieuwe begrippen in de 18e en ige eeuw: getenailleerde en polygonale vesting werken. Menno van Coehoom's vooruitziende geest heeft de gebreken van het gebastionneerde stelsel reeds aan gevoeld en verbeteringen daarvan ontworpen, in het bijzonder bij zijn „tweede manier". Immers, de steeds krachtiger en nauwkeuriger wordende artillerie was er tenslotte in geslaagd, de bastionsfacen te enfileeren, d.i. in het verlengde te nemen en de flanken in den rug te beschieten. Als artillerist was Coehoorn met een en ander zeker niet onbekend. Bovendien was de systematische aanvalswijze met omvattende loopgraven of parallellen, door Vauban ingevoerd, voor het ge bastionneerde tracé zeer nadeelig gebleken. In het getenailleerde of perpendiculaire stelsel van vestingbouw, dat zich reeds van omstreeks het midden der 17e eeuw af, naast het gebastionneerde systeem ontwikkelde, ontbreken de courtines en zijn de flanken geheel of (bij Coehoorn) nagenoeg in het verlengde der facen getrokken, waardoor de flankeering dus beter tot haar recht komt. De eerste die het tenaille-systeem grondig heeft be schreven en de voordeelen daarvan boven de bastions- 33 3

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1941 | | pagina 40