Fig. 6 Profiel.
1 Terreplein (binnen
ruimte der vesting)
2 Hoofdwal.
3 Borstwering.
4 en 6 Escarptaluds.
5 Onderwal.
7 Gracht.
8 Cunette.
9 Contrescarptalud.
i o Bedekte weg.
11 Glacis.
12 Contrescarp.
13 Maaiveld.
14 Horizontale meetlijn.
bijzonderheden wordt beschreven, berekend en afge
beeld in het werkje„Fortificatie ofte Sterckten-
Bouwinghe" door Adriaen Metius, Professor in de wis
kunde te Franeker en aldaar in 1626 uitgegeven.
Deze Metius was een zoon van Adriaen Anthonisz. en
onthult in genoemd werkje de meetkundige beginselen,
welke zijn vader „als Ingenieur van den DoorluChtigen
Prince Maurits van Nassau in leven plach te ghe-
bruycken". Het meest kenmerkende voor het Oud-
Nederl. stelsel is de onderwal of fausse-braye langs
den geheelen vestingomtrek en voorts de loodrechte
stand van de bastions-flanken ten opzichte van de aan
grenzende courtines.
Zie ook de figuren 3 (plattegrond Coevorden) en 7
(plattegrond Vlissingen, toegeschreven aan Stevin),
alsmede het op den omslag afgebeelde vestingplan van
Willemstad.
C. Gebreken van het oude stelsel. Henrick Ruse.
Het Nieuw-Nederlandsche stelsel; Menno van
Coehoorn.
Het oude stelsel, of dat van Marolois en Freitag, naar
wie het meestal genoemd wordt, was, zooals wij zagen,
23