dat aan de Leidsdhe universiteit in de 17e eeuw een leerstoel bestond voor „Fortificatie en dependerende Scientiën" (i.c. de wiskunde) Aan diezelfde en vele andere hooge- en zg. illustere scholen in ons land werden de ingenieurs opgeleid, onder welken titel toentertijd in hoofdzaak een militair-technische betrekking werd verstaan, nl. die van den tegenwoordigen genie-officier. Voor deze oudste ingenieursopleiding stelde S te vin reeds in 1600 een instructie op. Het onderwijs werd in het Neder- landsch gegeven, dus niet zooals bij de andere faculteiten in het latijn. Ook hierin is de invloed van Stevin te herkennen, die immers bekend staat als de groote bevorderaar van het gebruik der Neder- landsche moedertaal in de wetenschap. In zijn boek „Sterctenbouwing" in 1594 te Leiden uitgegeven (in 1634 verscheen aldaar een Fransche, in 1658 te Frankfort een Duitsche vertaling) en door hem opge dragen aan Joncker Hendrick van Brienen, lid van de Ridderschap van Gelderland van 1576 tot 1619, geeft hij daarvan de volgende verklaring „De sterckten deses tijds te weten die door wis- constich beleyt, met sichtstralen (hulplijnen) opt meeste voordeel gheteyckent worden, zijn inde Ita- liaansche ende Francoische spraken soo over vloedelick beschreven, dat ymant dencken mocht daer af ghe- nouch ghedaen te wesen. Doch twee merckelicke redenen hebben mij beweeght derghelijcke oock in onse tael te doen. ie. om daermede te gherieven veel Nederduytschen in die spraken onervaren, als Kriegsluyden, Bou- meesters, ende ander tot wetenschap van dien belusticht, waer uyt volghen can, niet alleen ver- noughinghe van soodanighe besonder persoonen, maer oock daden streckende tot dienst des ghe- meene Landts. 2e. om dat onse tale het selve (ghelijc oock alle stof 17 2

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1941 | | pagina 22