ommuurd. Het bezat toen een aarden walburgwal genoemd, waarvoor een palissadeering de zg. sciltra- minge en daarvoor de breede grachtde vest of het singel. De oudste stadspoorten van Amsterdam zullen vermoedelijk ook van hout zijn geweest. Primitieve versterkingen waren ook de, in het Oosten des lands (Overijssel, Drente, enz.) nog terug te vinden land weren, welke meestal de omgeving van een stad moesten beveiligen. A. Middeleeuwsche vestingen; oorsprong van het bastion. De Middeleeuwsche vestingbouwkunst, welker elemen ten ook in niet-militaire bouwwerken toepassing vonden (men denke aan de versterkte raadhuizen, kerken en bruggen) heeft zich vooral geopenbaard in den burchten- en kasteelenbouw, waaruit weer voortkwamen de stadsommuringen met muurtorens en veelal zware en monumentale poorten. Kasteelen, zoowel als stadsmuren, waren in ons water rijke land meestal door natte grachten omgevende moeilijk te overschrijden en niet te vernielen hindernis. De hooge en steile, haast onbeklimbare muren boden een groote stormvrijheid benevens een ruim uitzicht, waardoor zij de omgeving domineerden. De muurvoet werd bestreken uit opstellingen op de muurkruin ge bouwd en daarbuiten uitstekend, van tijdelijken aard als houten werpgang, of blijvend als de bekende steenen machicoulis. De zijwaartsche bestrijking (flan keering) van de muren uit de schietgaten van torens en poorten had daarom meestal geen groote beteekenis. De burcht te Leiden (afb. I) is de eenige goed be waarde vroeg-middeleeuwsche burcht in ons land. Daarentegen komen oude kasteelen nog vrij veel in Nederland voor. Om den bouw te leeren kennen, bezoeke men de gerestaureerde als het Muider slot 8

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1941 | | pagina 11