HOOFDSTUK I
De vestingbouw als kunst en als wetenschap.
INLEIDING
In de middeleeuwen was de alom heersChende onvei
ligheid oorzaak dat bijna alle bouwkunst een militair
karakter droeg; dit was de bloeitijd der militaire
bouwkunst. Later echter, als gevolg van de uitvinding
van het buskruit en de toepassing van het vuurgeschut,
ontwikkelde zich een gemengde architectuur van
aarden en steenen werken en werd de vestingbouw als
zg. „duurzame versterkingskunst" tot een militair-tech
nische wetenschap, nauw verwant aan wiskunde, land
meet- en waterbouwkunde. In dat nieuwe tijdperk,
hetwelk geacht kan worden in ons land omstreeks 1570
te zijn begonnen en dat nog steeds voortduurt, vallen
slechts de architectonische elementen van de vesting
werken, dat zijn voornamelijk de stadspoorten e.d. bin
nen het terrein der kunstgeschiedenis, hetgeen nochtans
niet belet dat ook de na-middeleeuwsche vestingen
gerekend worden tot de Monumenten van geschiedenis
en kunst.
Wanneer geld of tijd ontbrak, dan wel bij onbeschaafde
volken, maakte men meer primitieve versterkingen. Als
zoodanig zijn te beschouwen de oudste steden wallen
van aarde, tegen overrompeling voorzien van staketsels
of palissaden vóór (aan 'svijands zijde) en van storm-
palen in den wal. De laatste werden ook bij de meer
moderne vestingwallen, meestal eerst als een beleg
dreigde, aangebracht. Primitief waren ook de van hout
gebouwde stadspoorten en kasteelen, al konden deze
nog vrij lang aan het steengeschut weerstand bieden.
Een voorbeeld van een en ander biedt het oude
Amsterdam, alvorens het in de jaren 14811500 werd
7