te begrijpen. Dat moet uit heel iets anders voortkomen, uit de menschen zelf. Doordat in hen langzaam moet groeien het besef dat het niet te pas komt schoone oude bouwkunst te vernietigen of te bederven. Voor de inte rieurs is veel kwaad gedaan door de opkoopers, degenen die alles wat aan historie en schoonheid in de huizen te vinden was, roerend of onroerend, eruit koopen om deze eigendommen van het Nederlandsche volk te expediee- ren naar gewesten zonder geschiedenis, naar Amerika of dergelijke. Dit heeft gemaakt dat tal van schoone oude gebruiksvoorwerpen en onderdeelen van interieurs zeld zaam zijn geworden. Zoover is reeds het besef inzake het beheer van het erf goed der vaderen gevorderd, dat velen verder gaan en datgene wat door vorige geslachten misdaan is, trachten ongedaan te maken door wat men dan pleegt te noemen restaureeren. Dat kan zijn het volledig en uitgebreid restaureeren van een geheel bouwwerk, maar ook het verwijderen van ontsierende reclameborden en het over schilderen in de aloude kleuren van deuren en vensters. De Gemeente helpt in deze een handje door de bepalin gen in de bouwverordening inzake ontsierende reclame, lichtreclames en dergelijke en tegen ander soort ontsie ringen, zooals de foeileelijke roode verf, „signaalrood" geheeten en de radiostokken op de daken. De verwijde ring van al dien rommel gaat langzaam, zoodat de men schen het niet opmerken, tot zij nu en dan worden wak ker geschud door een stadsgezicht elders, waar men zoover nog niet is of door verouderde foto's van een tiental jaren geleden. Dan eerst waardeeren zij wat in deze de stedelijke overheid doet, bouwtoezicht en schoonheidscommissie. Ook de particulier, de huiseigenaar doet veel. Wie dacht er vroeger aan geld uit te geven om zijn gevel te laten restaureeren? Dat is nu aan de orde van den dag, de eene keer als een nette reclame voor de in het perceel gevestigde zaak, de andere keer louter uit liefde 89

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1941 | | pagina 98