80
genheid vele uren in de archieflokalen door te brengen.
Hij maakte zich Latijn en het oude schrift der charters
eigen. De ijzeren kapel in de Oude kerk met het oude
stadsarchief was voor hem toegankelijk. Hoevele uren
zal hij achter de traliën doorgebracht hebben.
Een groot standaardboek over de geschiedenis van Am
sterdam schreef Jan ter Gouw. In onzen tijd grijpen de
historici daar nog steeds naar, maar kunnen nooit na
laten aanmerkingen te maken. Steeds leest men dat ter
Gouw de bronnen niet vermeldt, dat hij er maar op los
fantaseerde. Dat fantaseeren was, historisch gezien, in
derdaad zijn zwak. Want historie is wetenschap gewor
den en weten is weten, kunnen is iets anders en fanta
seeren komt er heelemaal niet bij te pas. En toch deed
dat Jan ter Gouw. Als hij goed op streek was, dan noem
de hij zich Joannis Aurelius, dan schreef hij alleraar
digste boekskens, dan dichtte hij vellen vol, dan sierde
hij de prenten van zijn verzameling de Atlas ter Gouw
met sierlijk penneschrift en gekleurde plaatjes, dan
deed hij aan heraldiek en teekende hij de wapens van de
stammen van Juda.
Hij heeft een schat van wetenschap op het gebied van
de geschiedenis van Amsterdam aan het daglicht ge
bracht, maar dat hebben tijdgenooten zooals de archi
varis Dr. P. Scheltema ook gedaan en na hem vele an
deren, toegerust met academische voorbereiding en an
dere wetenschappelijke opleiding. Hij heeft duizenden
prenten van Amsterdam verzameld en ze keurig opge
plakt op even groote velletjes vereenigd, opdat ze pre
cies zouden passen in de kleine portefeuilles van het
benepen kamertje. Doch hij knipte alle gravuren bij het
bedrukte af, zoodat ze hun bekoring verloren en waar
deloos werden. Zijn verzameling werd later in veiling
verkocht en naar alle windstreken verspreid. Elk blad
verraadt nu nog waar het vandaan is.