74 werken, waarbij de voltooiing van het stadhuis aan den Dam. Toen de achttiende eeuw minder koopmanswinsten opleverde door de vele oorlogen en doordat de wereld handel zich verplaatste, ging het met het volbouwen van de stad niet zoo vlug. De Fransche invloed werd steeds grooter, in de bouwkunst, die zich in de bouw stijlen, genaamd Louis XIV, Louis XV, aanpaste bij den tijd, in de kleeding, het huisraad en in de leefwijze. Het werd een teeken van welvaart voor den Burgemees ter een burgemeestersbuik te dragen bij de witte poe derpruik en voor den koopman aan podagra te lijden tengevolge van veel eten en nog meer drinken, vooral Fransche wijn, belegen Bourgogne. Het behoorde bij den Bon Ton aan liefdadigheid te doen en Hofjes te stich ten, waarvan onze tijd nog de goede vruchten plukt. De streng Calvinistische levensopvatting onder de Her vormde Staatskerk bracht mede, dat vele fraaie kerkge bouwen tot stand kwamen en de oude kerkgebouwen in stand bleven, ook al hadden zij hun sieraden verloren en waren zij geworden tot wit gekalkte hallen. Daar naast was Amsterdam een vrijhaven voor alles wat an ders dacht of elders verdreven werd. De vrijdenkers in de Hervormde kerk, de Remonstranten, verwierven al spoedig, 1630, een eigen kerk op een inpandig erf aan de Keizersgracht. De Lutheranen, voornamelijk Duitschers, kregen in denzelfden tijd een architectonisch aanverwant kerkgebouw aan den Singel bij het Spui. De Fransch sprekende Hervormden kregen een oude kloosterkapel, de St. Paulus broederkapel, nu de Oude Walekerk ge- heeten, aan het Walepleintje. De Engelsche Hervormden evenzoo in de kapel van den Begijnhof. Ook de Amsterdamsche Joden vonden een vrijhaven en zoo kon het gebeuren dat de Portugeesch-Joodsche syna goge een 17e eeuwsch bouwwerk is en de Hoogduitsche synagoge een nog vroeger 17e eeuwsch monument der

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1941 | | pagina 83