67
was Heer van Randenbroek en woonde op zijn buiten
goed bij Amersfoort, liet zich niet alles aanleunen en
zoo kon het gebeuren dat hij, na ontstane meeningsver-
schillen met Heeren Burgemeesteren, niet meer naar
Amsterdam kwam en Daniël Stalpaert als stadsarchitect
het gebouw moest voltooien. Bij van Campen's graf in
de St. Joriskerk te Amersfoort staan Vondel's regelen:
D'aartsbouheer uit den Stam,
Van Kampen rust hier onder,
Die 't Raedhuys 't Amsterdam,
gesticht heeft, 't Achtste Wonder.
Met dat „achtste" wordt bedoeld het vervolg op de zeven
wereldwonderen der bouwkunst die de Klassieken, de
Grieken en Romeinen kenden uit de oude Grieksche ge
schiedenis.
Als een bewijs dat de bouw van het stadhuis niet zonder
moeilijkheden verliep, is er een schilderij waarop het
bouwwerk, onvoltooid, met een dak met roode pannen
afgedekt. Ook kunnen we nu nog, op de bovenverdie
ping aan de Damzijde, een groote zaal aantreffen, die
niet afgemaakt is, waar men de gemetselde muren ziet.
Al met al, het majestueuze bouwwerk met overvloed
van beeldhouwwerken van de gebroeders Quellinus uit
Antwerpen en hunne helpers, met schilderijen van
Govert Flinck, Ferdinand Bol en zoovele anderen, een
ongeëvenaard monument van den tijd, was op een
oogenblik zoover dat het geopend kon worden. Dat
was op 19 Januari 1657. Jacob van der Burg las Heeren
Burgemeesteren bij de ingebruikneming een zegenbede
voor, die tot op onzen tijd in steen bewaard is gebleven.
In 't museum in de Waag ziet men de plaat van toets
steen om goud te toetsen op echtheid met daarin,
door Elias Noski sierlijk gesneden, het gedicht van Con-
stantijn Huygens.