53
de bebouwde stad laag polderland gelegen heeft, dat bij
eiken uitleg de vergrooting van de stad opgehoogd moest
worden en dat grond voor ophooging ter plaatse ver
kregen moest worden. Er is slechts één geval bekend dat
zand voor ophooging aangevoerd werddat was toen in
de eerste jaren van 1600 de Zuiderkerk gebouwd moest
worden op een laag liggend terrein aan den Zuidkant
van de stad, tusschen den Kloveniersburgwal en de St.
Anthoniebreestraat. Daar was zand voor noodig, want
in een kerk moesten graven komen en die behoorden in
zand en bovendien, de steenen vloer in een kerk mocht
niet teveel zakken. De langs de kerk liggende straten be
waren in hun namen Zandstraat en Zanddwarsstraat de
herinnering aan dit feit.
De Heeregraft, die we op de kaart van Pieter Bast ont
dekken, zou een deftig kwartier worden, voor de Heeren
van de stad, voor hen die vroeger woonden aan den
O.Z. Voorburgwal bij den Grimburgwal, waar wegens
't fluweel dat de Heeren droegen, nog het steenen naam
bordje Fluweelenburgwal te zien is. Dat eerste stukje
Heerengracht zien we nu met heel andere oogen aan.
We begrijpen nu waarom daar de kaden aan de oneven
zijde zoo smal zijn, waarom de huizen daar van achteren
geen tuinen hebben. Want er ligt nog weer een straat
achter. In een oude veste moest de grond uitgebuit wor
den. Licht en lucht was voldoende buiten de veste, doch
daarin moest elke plek gebruikt worden voor bewoning.
Tusschen den Singel en de Heeregraft is inderdaad nog
een straat, voor den tijd dat deze werd aangelegd erg
lang, de Langestraat. We vinden in die straat en langs
het eerste stukje Heerengracht erg oude huizen, doch
niet ouder dan 1600. De oudste druk van de kaart van
Pieter Bast is van 1597 en toen hij deze kaart teeken-
de, was de toestand van de stad met de vestingwerken
nieuw. Er was nog een tusschentoestand geweest, doch
daar weten we niet veel van. Wanneer we de gordijnen,
de rechte stukken vestingwal tusschen de bolwerken be-