hebben, de sciltraminge. Later kwam de baksteenen ves
tingmuur. Daarna het vestingstelsel met bolwerken. Iets
dat steeds bleef, zelfs tot op onzen tijd, was de gracht
ervoor, zoodat de vijand altijd eerst door of over het
water moest om te kunnen binnendringen. De oude Am
sterdammers waren echter voorzichtige mannen. Even
goed als zij den ouden zeedijk lieten liggen wanneer er
buitendijks een stuk werd ingepolderd, evengoed ruim
den zij den steenen vestingmuur niet dadelijk op. Op de
kaart van Pieter Bast ziet men binnen de veste het com
plete vroegere vestingstelsel, de steenen muren, de poor
ten, de torens. Op latere kaarten, wanneer de stad weer
„uitgelegd" is, ziet men dat niet meer. Dan zijn de stee
nen muren verdwenen. Ze werden blijkbaar afgebroken
tot met de straat gelijk om het overblijvende stuk onder
den grond te gebruiken voor gewonen kademuur. Dat is
nu nog zoo. Zooals in het voorbericht werd vermeld, is
een groot deel van den ouden steenen vestingmuur nog
onder den grond aanwezig. De zuinige Amsterdam
mer brak niet meer af dan noodig was. De poorten
bleven staan en werden voor iets anders gebruikt. De
Schreyerstoren staat er nu nog en doet dienst voor kan
toor van den Havenmeester. Doordat aan den buitenkant
een kade werd aangeplempt, is die toren die tot z'n
knieën in den grond zit wel erg laag geworden. De
St. Anthonispoort kwam ook door aanplemping de
Nieuwmarkt in den grond, maar niet zoo erg. Het
massale bouwwerk werd gewijzigd en bruikbaar ge
maakt voor Stadswaag, toen de Waag op den Dam in den
weg stond en opgeruimd werd. In de St. Anthonispoort
hadden tevoren de gilden huisvesting gekregen. De aar
dige poortjes en de gildeproeven van gemetselde ven
stertjes kan men er nu nog bezichtigen. Zij sluiten zich
zoo goed aan bij de tegenwoordige bestemming, histo
risch museum. Boven in dit gebouw, waar het Chirur-
gijnsgilde huisde en waar de snijkamer was, herinneren
de zaal met bovenlicht en de schilderingen aan dit doel.
49
4