weersgesteldheid. Zoo is het begrijpelijk dat de kaarten,
ieder op een velletje Hollandsch papier er niet netjes
genoeg uitzagen om ze aan Zijne Koninklijke Majesteit
af te leveren. Daarom maakte Jacob nog een nieuwe
teekening van ieder. Hij legde een schoon wit velletje
onder de teekening die door te vlug werken en reizen
geleden had en prikte met een naald de teekening daar
op door. Heel voorzichtig, dat in het onderste schoone
velletje geen gaatjes kwamen, alleen maar putjes. De
bovenste teekening werd daardoor op de lijnen door
zeefd met gaatjes, doch dat hinderde niet, want het was
toch maar een kladje. Op het blanco vel teekende hij nu
een keurige, nieuwe, frissche teekening naar het voor
beeld van de eerste en verbeterde hier en daar iets of
liet iets overtolligs weg. Daarna werden de teekeningen,
in verschillende zendingen, naar den opdrachtgever ge
zonden, naar Madrid. Daar bleven ze tot op onzen tijd
bewaard in het Staatsarchief. Onderzoekers, cartogra
fen hebben dit ontdekt en in het daglicht gebracht. Nu
men het eenmaal weet en begrijpt, is het heel eenvou
dig. Men is nog een stap verder gegaan en heeft een uit
gever bereid gevonden de volledige serie kaarten van
Jacob van Deventer van~Noord-Nederland in reproduc
tie en in kleurendruk uit te geven, zoowel de oorspron
kelijke teekeningen, de minuten, die verspreid zijn, als de
tweede exemplaren, de cartons, in het archief te Madrid.
In deze uitgave blijkt dat beide series elkaar aanvullen,
over en weer. Er zijn steden waarvan alleen de minuut
bestaat en ook waarvan alleen de carton bewaard ge
bleven is. Vap Amsterdam zijn beide tot ons gekomen.
Wanneer men de kaart van het Rijksarchief te Haarlem
tegen het licht houdt, ziet men tallooze uiterst kleine
gaatjes op de lijnen; dit is dus de minuut. Dan moet de
andere, in Madrid de tweede kaart zijn. Legt men de
twee reproducties naast elkaar, dan blijken de kleine
verschillen van het handwerk, van den menschelijken
geest, waardoor beide staan boven het machinale, de
30