diensten kon bewijzen, zoodat deze, Graaf Floris V aan
Amsterdam een privilege schonk voor tolvrije vaart
door Holland.12) Ja, zoo flink groeide de stad, dat haar
in het jaar 1300 stadsrechten werden geschonken door
Guy van Avesnes.
De dijken werden tot straten, de Oostelijke heette Kerk
straat, later Warmoesstraat wegens de warmoestuintjes
die binnendijks gelegen zullen hebben en het later om
gebogen stuk heet nu nog Zeedijk. Daarbuiten was het
'n vochtig, moerassig land, waar de lisch welig tierde
in het del, 't veenmoeras. De naam lischdel, liesdel, is
bewaard gebleven in de Lange Niezel.13
De straat aan de overzijde heette, omdat daar de eerste
molen stond, de Windmolenstraat. Toen later de dijk
verlegd werd, verplaatste de naam Nieuwendijk zich
over de geheele straat en bleef dijk heeten, heet op den
huidigen dag nog Nieuwendijk.14) Zoo taai is de taal in
den volksmond, dat wat meer dan vijf eeuwen geleden
nieuw heette, nu nog nieuw heet.
Langs de Warmoesstraat en langs den Nieuwendijk wer
den huizen gebouwd die met hun achtergevels aan het
water stonden, om de koopwaar onmiddellijk uit het
schip in de huizen te kunnen bergen. Dat deed men ook
verderop aan het Rak-in, het Rokin. Daar stonden de
huizen aan de Oostzijde langs den weg, die gelegd was
door een laag moeras, een nat land, langs de Nes en aan
de overzijde op den dijk langs den Amstel, die tevens vee
markt was, naar de kalveren de Kalverstraat genaamd.
Thans is nog te zien dat de Kalverstraat hoog boven
het water, en de Nes laag ligt.
Langs Damrak en Rokin was dus het water de weg.
Kaden waren er nagenoeg niet. Langs den Westelijken
oever van het Damrak kwam het eerst een smalle kade,
die geleidelijk verbreed werd tot loswal om vandaar de
goederen te brengen naar de Waag die op die Plaets,
den Dam stond.
De kade langs het Damrak, die door aanplemping op
16